The Scene

Otto's Imperium

Otto, Otto, Otto, kater, rood haar, gecastreerd
en voor het oog van god als kind alleen gelaten
in de Heldenbuurt, versjteerd en toch geen
mensenhater
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
en dan, en dan, de dag waarop je stap voor stap
achter de kast vandaan je koninkrijk betrad
Amerikaans moment, de ogen vochtig van een sentiment
dat door jou gelukkig nauwelijks werd gezien
Otto, Otto, Otto, kater, rood haar, gecastreerd
een mens tenslotte, een mens voor jou tenslotte,
minder dan een kat
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd, jij had
je aandeel al gehad
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
jaja, jouw kleine rijk die dag, badend in de zon
drie bomen, schamel gras, een schuur, een houten bank,
tafel mist een poot
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
hé maar wat is klein en wat is groot, groot en kort
lijkt leven, potsierlijk lijkt de dood
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
dus is het nu voor jou, dit rijk zoals zo'n rijk voor
mij ooit was
god voor ons de hemel, de bomen boven in de kerk, de
buitenwacht in as
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd, de
buitenwacht in as
maar wist je dat jouw rijk onder de maan ooit heeft
behoord aan een
Von Staufenberg, zoon van de man die Hitler bijna had
vermoord
of is voor jou zo'n rijk alleen een rijk, en zie jij
geen verschil in waarden
tussen lege, kale straat, tussen een kind en een
bejaarde
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
zie jij geen verschil tussen een lichte republiek,
fundamentalistisch, emiraat
Otto, Otto, Otto, kater, oude rode indiaan
Otto, Otto, Otto, kater, oude rode indiaan, meestal
zie je ze niet staan
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
jij stelt jezelf geen vraag, wie ben ik, wie kan ik
zijn, wie wil ik zijn en wat moet ik zijn
voor jou is het ofwel behagen ofwel onbehagen dat
vanzelf verdwijnt
jij hebt niet de interesse, jij hebt slechts
souplesse
en wie jou zo ziet weet dit, de één heeft het
helemaal, de ander heeft het niet
want jij, jij bent onschuldig, ondanks dat je moordt,
je kent niet eens het woord moord
daaraan denk je niet wanneer je 's nachts je ding
doet, je mooi, maar gruwzaam werkt
voor het oog van god de hemel, in de bomen van de
kerk
Otto, Otto, Otto, kater, rood haar, gecastreerd
ik hoorde je vannacht, ik hoorde je naar buiten gaan
ik was nog niet in slaap, ik lag in het donker en
dacht eigenlijk nergens aan
en ik heb je nog geroepen, en vanochtend, toen je bij
me lag te slapen
dichter bij me dan een vrouw, zag ik dat je schulden
aflost met een zorgeloze trouw
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
jij legt vogels aan mijn voeten en dode muizen op het
bed
de doden van de kersebomen bij mij bijgezet
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
dodelijk beledigd als ik jou gift, jouw prooi niet
opeet maar naar buiten gooi
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
ik nam vandaag een kijkje in jouw rijk
wist je van de, wist jij van de betonrot in de muur
die huis met schuur verbindt
je staat te kijken, Otto, Otto, Otto, kater, rossig,
gecastreerd
er zit betonrot in de muur die doet denken aan een
kamp
Otto, Otto, Otto, kater, spring het kreng omver
Otto, Otto, Otto, kater, grenzen zijn een ramp
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
Otto, Otto, Otto, kater, rossig, gecastreerd
jij verdient je slaap wel, vrijwel de hele dag
want eenmaal weggezet, vernederd, door iets dat
sterker was dan jij
eenmaal in elkaar geslagen en voor eeuwig aangeslagen
jezus, mannen wie zijn wij
Otto, Otto, Otto, kater, mannen wie zijn wij
trouw...
trouw...
trouw...