stereotiep en onmachtig
oog in oog met de vrouw
ik zeg haar zo je bent prachtig
maar ik weet nooit of zij me vertrouwt
stereotiep en onmachtig
tussen ons de loodzware lucht
ik zeg je zo je bent prachtig
maar de klank en de toon zijn gevlucht
maar is dit niet mooi, moet dit niet zo zijn
liefde bevochten, klein maar niet star
en hard tegen hard, hard tegen hard
van lieverlede hard tegen hard
stereotiep en eronder
drie zinnen en ze hakken me fijn
en ik denk, je bent een wonder
en ik wil alleen niet bang voor je zijn
en ik, ik zweer bij de woorden
woorden van liefde en trouw
woorden, die niemand ooit stoorden
woorden van mij en woorden van jou
is dit niet mooi, moet dit niet zo zijn
liefde bevochten, klein maar niet star
en hard tegen hard, hard tegen hard
van lieverlede hard tegen hard
lief, is de lucht nu gezuiverd
zijn wij weer trots en gewoon
zonder dat een van ons ergens voor huivert
naakte persoon tegen naakte persoon
en hard tegen hard, hard tegen hard
van lieverlede hard tegen hard